VCRO artikel 4.1.1, 18°; 4.2.4; 4.4.1, §2, 2°; 4.4.12 t.e.m. 4.4.15; 4.4.21, 4°
Deze tekst legt de regeling uit zoals ze geldt vanaf 16 augustus 2021.
Wat is zorgwonen?
Zorgwonen is het creëren van een kleinere woongelegenheid in of bij een bestaande hoofdzakelijk vergunde woning zodat maximaal twee oudere (65+) of hulpbehoevende personen kunnen wonen bij iemand die hen zorg verleent. Hierdoor kan bijvoorbeeld de partner van de oudere of hulpbehoevende mee inwonen, zonder dat deze zelf oudere of hulpbehoevende moet zijn.
Er is sprake van een zorgwoning als voldaan is aan alle drie volgende voorwaarden:
1. In of bij de bestaande hoofdzakelijk vergunde woning wordt één kleinere (ondergeschikte) wooneenheid gecreëerd.
2. De eigendom, of ten minste de blote eigendom, op enerzijds de hoofdwooneenheid en anderzijds de ondergeschikte wooneenheid, of de grond waarop die ondergeschikte wooneenheid tijdelijk wordt geplaatst, berust bij dezelfde titularis of titularissen.
3. De creatie van een ondergeschikte wooneenheid gebeurt met het oog op het huisvesten van:
- Ofwel ten hoogste 2 personen, waarvan minstens 1 persoon van 65 jaar of ouder
- Ofwel ten hoogste 2 personen, waarvan minstens 1 hulpbehoevend (kinderen die ten laste zijn van de hulpbehoevende persoon worden niet meegerekend bij het bepalen van het maximum van 2 personen). De hulpbehoevende is:
- Een persoon met een handicap.
- Een persoon die in aanmerking komt voor een tegemoetkoming van de Vlaamse Sociale Bescherming (vroeger zorgverzekering).
- Een persoon die hulp nodig heeft om zelfstandig te wonen.
- Ofwel de zorgverlener, indien de hulpbehoevende personen gehuisvest blijven in de hoofdwoning.
Wanneer volstaat een melding?
Er zijn drie mogelijke situaties waarin zorgwonen gemeld mag worden:
- Binnen een bestaande woning
- Binnen een bestaand bijgebouw bij een woning
- In een nieuwe, tijdelijke verplaatsbare unit
We bespreken de drie mogelijkheden hieronder.
Zorgwonen binnen een bestaande woning
Zorgwonen binnen het bestaande bouwvolume van de hoofdzakelijk vergunde woning is meldingsplichtig wanneer aan alle volgende voorwaarden voldaan is:
- De ondergeschikte wooneenheid vormt één fysiek geheel met de hoofdwooneenheid;
- De ondergeschikte wooneenheid, maakt ten hoogste een derde uit van de bruto vloeroppervlakte van de volledige woning. De ruimten die gedeeld worden met de hoofdwooneenheid worden hier niet meegerekend.
Als de bestaande woning uitgebreid wordt, is niet een melding, maar een vergunning verplicht.
Lees hoe u zorgwonen in een bestaande woning kan melden in het Omgevingsloket.
Zorgwonen binnen een bestaand bijgebouw bij een woning
Sinds 16 augustus 2021 is zorgwonen in een bestaand, hoofdzakelijk vergund vrijstaand bijgebouw meldingsplichtig wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
- De bruto vloeroppervlakte van de ondergeschikte wooneenheid bedraagt maximaal 50m²;
- Er wordt geen bijkomende verharding aangelegd, met uitzondering van een strikt noodzakelijke toegang tot de ondergeschikte wooneenheid;
- De noodzakelijke nutsvoorzieningen van de ondergeschikte wooneenheid takken aan op de bestaande nutsvoorzieningen van de hoofdwooneenheid;
- De afvoer van het afvalwater van de ondergeschikte wooneenheid sluit aan op de bestaande waterafvoer van de hoofdwooneenheid.
Als het bestaande bijgebouw uitgebreid wordt, is niet een melding, maar een vergunning verplicht.
Lees hoe u zorgwonen in een bestaand bijgebouw kan melden in het Omgevingsloket.
Zorgwonen in een nieuwe, tijdelijke verplaatsbare unit
Sinds 16 augustus 2021 is zorgwonen in een tijdelijke, verplaatsbare constructie meldingsplichtig wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
- De tijdelijke, verplaatsbare constructie wordt volledig geplaatst binnen een straal van 30m van de hoofdwooneenheid op hetzelfde perceel als de hoofdwooneenheid of op een perceel dat onmiddellijk paalt aan het perceel van de hoofdwooneenheid.
- De tijdelijke, verplaatsbare constructie wordt op een van de volgende plaatsen geplaatst:
- In de zijtuin, al dan niet vrijstaand, tot op 3m van de perceelsgrenzen.
- In de achtertuin, al dan niet vrijstaand, tot op 1m van de perceelsgrenzen. De ondergeschikte wooneenheid kan in de achtertuin ook op of tegen de perceelsgrens geplaatst worden als ze tegen een bestaande scheidingsmuur opgericht wordt en als de bestaande scheidingsmuur niet gewijzigd wordt.
- De tijdelijke, verplaatsbare constructie heeft een maximale hoogte van 3,5 m.
- De tijdelijke, verplaatsbare constructie heeft een maximale bruto vloeroppervlakte van 50m².
- Er wordt geen bijkomende verharding aangelegd, met uitzondering van de tijdelijke, verplaatsbare constructie zelf en een strikt noodzakelijke toegang tot de tijdelijke, verplaatsbare constructie.
- De plaatsing van de tijdelijke, verplaatsbare constructie gaat niet gepaard met een ontbossing, het aanmerkelijk wijzigen van het reliëf van de bodem, en gebeurt niet in een overstromingsgebied noch in een ruimtelijk kwetsbaar gebied, met uitzondering van agrarisch gebied met ecologische waarde, agrarisch gebied met ecologisch belang en parkgebied.
- De noodzakelijke nutsvoorzieningen takken aan op de bestaande nutsvoorzieningen van de hoofdwooneenheid.
- De afvoer van het afvalwater sluit aan op de bestaande waterafvoer van de hoofdwooneenheid.
- De plaatsing is tijdelijk voor een maximale totale duur van drie jaar per hoofdwooneenheid. De duur kan met een nieuwe melding slechts één keer verlengd worden met een aanvullende periode van maximaal drie jaar.
- Binnen drie maanden na het beëindigen van de zorgsituatie, worden de tijdelijke, verplaatsbare constructie en de hiervoor aangelegde strikt noodzakelijke toegang verwijderd.
Lees hoe u zorgwonen in een tijdelijke verplaatsbare unit kan melden in het Omgevingsloket.
Algemene voorwaarden
Het effectief bewonen door de hulpbehoevende (of de 65-plusser) moet binnen de twee jaar na datum van de meldingsakte gebeuren, anders vervalt de meldingsakte.
Het stopzetten van het zorgwonen moet eveneens gemeld worden.
Als de zorgwoning, na het beëindigen van de zorgsituatie, aangewend zal worden voor de huisvesting van meerdere gezinnen of alleenstaanden, is hiervoor een omgevingsvergunning nodig voor het wijzigen van het aantal woongelegenheden.
Zonevreemd
Het is ook mogelijk om een zorgwoning te creëren in zonevreemde woningen en in woningen binnen verkavelingen die het creëren van bijkomende woongelegenheden verbieden. Ook de mogelijkheid om een zorgwoning te melden in een bestaand, hoofdzakelijk vergund vrijstaand bijgebouw of het plaatsen van een zorgunit is zonevreemd mogelijk.
Het plaatsen van een zorgunit is niet mogelijk in ruimtelijk kwetsbaar gebied, met uitzondering van agrarisch gebied met ecologische waarde, agrarisch gebied met ecologisch belang en parkgebied.
Brochure: Langer thuis in een zorgende omgeving
Presentaties Infosessie: presentaties
In tegenstelling tot wat er in de toelichting werd gesteld, dient een zorgunit wel als onroerend beschouwd te worden. Meer informatie vind je terug in de FAQ.
De volledige presentatie kan u hier terugvinden: Presentatie Beleidsforum (2.48 MB) (2.48 MB) "pdf"
Veelgestelde vragen
Bekijk hier (892.76 KB) "pdf" de FAQ die geldt vanaf 16 augustus 2021.
Meer-generatie-wonen (grootouders, ouders en kinderen) was vroeger zeer gebruikelijk. In de loop van vorige eeuw werden woningen meer en meer bewoond door het "klassieke" gezin (ouders en jonge kinderen). De stedenbouwwetgeving speelde daar op in door in bepaalde gebieden die samenlevingsvorm zelfs op te leggen. Een paar voorbeelden:
- Vele verkavelingen bestemmen de loten enkel voor eengezinswoningen
- Bij zonevreemde woningen (woningen in bijvoorbeeld agrarisch gebied) mag het aantal woongelegenheden niet verhogen.
Er stelde zich geen probleem als grootouders gewoon kwamen inwonen en sliepen in een slaapkamer van de woning. Want dat werd en wordt nog steeds als eengezinswoning aanzien (ook al woonden er drie generaties in). Een gehandicapte broer opvangen in een slaapkamer van jouw woning was ook geen stedenbouwkundig probleem. Dat wordt ook nog steeds als één gezin beschouwd.
Maar vele mensen willen wel de grootouders of de zieke broer of zus in huis opnemen, maar zijn gesteld op hun eigen privacy. En dan kwam de behoefte aan min of meer onafhankelijk functionerende woningonderdelen. Een deel van het gelijkvloers wordt klaar gemaakt voor de ouders, die een aparte woonkamer, keuken en toegangsdeur krijgen. En op den duur kan je je afvragen of er niet gewoon een appartement bij gemaakt wordt. En dat was een probleem (want niet vergunbaar) in die verkavelingen en zonevreemde woningen.
Om deze problemen op te lossen werd het zorgwonen in regelgeving vastgelegd.
Vragen over | Wie contacteert u? |
---|---|
Meldings-of vergunningsprocedure | Contacteer uw gemeente of stad |
Registratie van inwoners | Contacteer uw gemeente of stad |
Woningkwaliteit (bv. oppervlakte van kamers) | Agentschap Wonen-Vlaanderen - afdeling woonbeleid |
Toelatingsvoorwaarden voor sociale woning en leningen | Agentschap Wonen-Vlaanderen - afdeling woonbeleid |
Toekenning zorgbudget | Agentschap Zorg en Gezondheid |