Inhoud
Je hebt recht op een leefloon als je inkomen onvoldoende is en als je niet in staat bent die toestand te veranderen. Als je inkomen lager is dan het leefloon, kan je vragen om het verschil bij te passen zodat je inkomen op dezelfde hoogte komt als het leefloon.
Het leefloon is één van de vormen van het recht op maatschappelijke integratie. Het is een minimuminkomen voor de mensen die over onvoldoende bestaansmiddelen beschikken.
Het Welzijnshuis gaat na of je inkomsten lager zijn dan het leefloonbedrag en of je niet op een andere manier over bestaansmiddelen kan beschikken.
Voorwaarden
Om recht te hebben op het leefloon moet je aan volgende voorwaarden voldoen:
je werkelijke verblijfplaats is in België;
je hebt de Belgische nationaliteit, of je bent een:
burger van de Europese Unie of familielid van een burger van de Europese Unie, met een verblijfsrecht van meer dan drie maanden
vreemdeling ingeschreven in het bevolkingsregister
staatloze
erkende vluchteling
persoon met statuut van subsidiaire bescherming
je bent meerderjarig (= 18 jaar of ouder) of je bent door huwelijk meerderjarig verklaard, je hebt kind(eren) ten laste of je bent in verwachting;
je beschikt over onvoldoende inkomsten, je kan er geen aanspraak op maken en je bent niet in staat ze te verwerven door persoonlijke inspanningen of andere middelen;
je bent werkzoekend, tenzij dit niet kan om redenen van gezondheid of billijkheid;
je hebt eerst je recht op andere mogelijke sociale uitkeringen gebruikt;
(Voorbeelden: je recht op werkloosheidsuitkering, pensioen, studietoelage ... Je moet het leefloon beschouwen als een laatste toevlucht.)je bent bereid om, samen met de maatschappelijk werker, doelstellingen voor de komende tijd te omschrijven en afspraken te maken.
Meebrengen
Je identiteitskaart;
als er inkomsten zijn: bewijzen van de huidige inkomsten van jou en eventueel je gezinsleden (niet voor de minderjarige kinderen);
een overzicht van je spaargelden.
Het is ook mogelijk dat de maatschappelijk werker je nog bijkomende zaken vraagt.
Procedure
Je neemt contact op met het Welzijnshuis van de gemeente waar je woont of gewoonlijk verblijft. Als je een student bent, ga je naar de gemeente waar je in het bevolkingsregister bent ingeschreven. Je zegt dat je een aanvraag voor leefloon wil indienen.
Een maatschappelijk werker gaat een gesprek met je hebben om precies te weten wat je vraag is.
Om te weten of je in aanmerking komt voor een leefloon (maatschappelijke integratie), gaat de maatschappelijk werker een sociaal onderzoek doen. Het is de bedoeling dat je hieraan actief meewerkt.
Het Welzijnshuis beslist dan of je effectief een leefloon toegekend krijgt. Het is ook mogelijk dat er een andere vorm van dienstverlening aangeboden wordt.
Binnen de 3 maanden na de toekenning, zullen er met jou afspraken gemaakt worden in het kader van een verdere begeleiding en maatschappelijke integratie. Dit noemt men een ‘geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie’ (GPMI).
Regelgeving
Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.
Bedrag
Het bedrag waarop je recht hebt, wordt bepaald op basis van je familiale toestand. Er bestaan drie categorieën:
Categorie 1: Samenwonende
Wanneer je met iemand samenwoont met wie je de uitgaven voor het huishouden (huur, energie, enz.) deelt, word je beschouwd als samenwonende. Dat moet niet noodzakelijk met je partner zijn.
Categorie 2: Alleenstaande
Wanneer je alleen woont, word je beschouwd als een alleenstaande.
Categorie 3: Samenwonende met gezinslast
Wanneer je minstens één minderjarig, ongehuwd kind ten laste hebt, word je beschouwd als samenwonende met gezinslast. Als je in dit geval samenwoont met een partner, geldt dit bedrag voor jullie beiden samen.
Het leefloon is ook niet altijd hetzelfde bedrag. Het wordt verminderd met de inkomsten waarover je zelf beschikt en er wordt rekening gehouden met de inkomsten van de persoon met wie je samenwoont.
Het Welzijnshuis kan (is niet verplicht) ook rekening houden met de inkomsten van je ouders en/of meerderjarige kinderen met wie je samenwoont. Daarom is het ook verplicht dat je het Welzijnshuis onmiddellijk op de hoogte brengt als je familiale situatie verandert en/of als je inkomsten krijgt.
De regels over het leefloon en de bedragen die betaald kunnen worden, zijn hetzelfde in elk OCMW in België.
In de meeste gevallen, moet jij of iemand anders (zoals bijv. je ouders of eventuele kinderen) het leefloon niet terugbetalen aan het Welzijnshuis. Je maatschappelijk werker gaat je hierover meer informatie kunnen geven.